Een paar gram of kilo biomassaproduct om te testen? Daar halen ze bij Milling Company Europe (MCE) in Emmen de schouders niet voor op. Hier worden tonnen materiaal tegelijk gedroogd, gemengd, gemalen en gepelletiseerd.

Twee jaar geleden kochten de Noord-Nederlandse ondernemers Wim Wittendorp, Louis Wittendorp en Harry Pot de oude Emmense veevoerfabriek van Agrifirm: een betonnen kolos van 52 meter hoog bomvol met molens en mengapparatuur. De fabriek stond al sinds 2005 stil. De ondernemers willen er biomassa uit agrarische reststromen mee bewerken tot halffabricaten voor de meest uiteenlopende toepassingen, van energiepellets voor de vergister tot organische grondverbeteraar en meubelplaat gemaakt uit vermalen cacaodoppen.

Om andere ondernemers ook de kans te geven om hun producten daar te testen, wordt de fabriek nu omgebouwd naar proeftuin. Het project wordt gesubsidieerd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)EFRO en de provincie Drenthe.

Kilootje koffiedik

‘De schaal is dusdanig groot dat je niet meteen zou spreken van een pilotplant’, zegt Maarten Goddijn, die door Emmen en Drenthe is ingeschakeld als innovatiemakelaar. ‘Maar wil je verder in de wereld, bijvoorbeeld met grondstoffen voor biocomposieten, dan is een redelijke productieschaal noodzakelijk. Je kunt dan niet aankomen met een kilootje koffiedik of een enkele bigbag, je moet het in fatsoenlijke hoeveelheden doen, bijvoorbeeld een paar vrachtwagens. Dat kan met deze fabriek, die een capaciteit heeft van ruim 200.000 ton biomassa per jaar.’

Wittendorp benadrukt dat MCE daarmee een uniek concept in handen heeft, want dergelijke faciliteiten voor ondernemers zijn nergens anders in Europa te vinden. Klanten komen dan ook vanuit de hele Benelux, Duitsland en Noord-Frankrijk, terwijl de producten tot in Noorwegen worden afgezet. ‘Dat wij de Agrifirm fabriek konden kopen, geeft ons een voorsprong’, zegt hij. ‘Met relatief kleine aanpassingen kunnen we hier snel bepaalde activiteiten uitvoeren die elders door de hoge investeringen onhaalbaar zijn. En omdat we geen enkele concurrentie hebben, kunnen we nog steeds uitbreiden.’

Meer opbrengst

Om daadwerkelijk als proeftuin te kunnen draaien, is inmiddels ook een brede milieuvergunning aangevraagd, die het mogelijk maakt om met de meeste uiteenlopende reststromen te werken: van kaf tot koffiedik tot cacaodoppen. Producten die MCE nu al maakt zijn bijvoorbeeld pelletkorrels die kunstmest vervangen, in opdracht van een fabrikant van organische bodemverbeteraar. Het zwarte poeder werd voorheen alleen door potgrond heen gemengd. Dit verbetert de bacteriehuishouding in de bodem en dringt wortelrot terug. Door het materiaal te pelletiseren, kunnen boeren het nu ook op hun akkers uitstrooien, zonder dat het wegwaait.

Iets heel anders zijn de vergistingspellets van gemengde reststromen. Wittendorp: ‘Ze leveren tot 25% meer biogas op en minder digestaat. Bovendien kunnen we door malen en mengen meerdere reststromen verwaarden, die op zichzelf minder goed zouden zijn te vergisten.’

Binnenkort worden de activiteiten uitgebreid, met de verhuizing van Coffee to BurnCoffee2burn uit Veenoord naar Emmen. Dit bedrijf is partner in MCE en maakt bio-pellets voor houtkachels uit hout en koffiedik in een oude zetmeelfabriek. ‘Uiteindelijk willen we al onze kennis bundelen; daarmee wordt MCEMilling Company Europe (MCE) hét centrum voor de verwerking van biomassa reststromen.’

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met de Provincie DrentheProvincie Drenthe